'Waah, kijk 'ns achterom', fluisterde ik opgewonden tegen M. toen ik aan de bar van het Amsterdamse café De Koe twee capucchini wilde bestellen. 'Waah', zei M., ''t Is 'm he?' 'Brrr', zei ik, 'volgens mij wel. Maar hij ziet er helemaal niet aardig uit. Weet je nog dat we verliefd op 'm waren, toen in Paradiso, toen we helemaal vooraan stonden?' Dat wist M. nog wel, ja. Maar nu was de modrocker hartstikke grijs. En hij had een behoorlijk doorgezopen kop. En hij was ook niet bepaald nuchter, maar dat mag natuurlijk. Je bent rocker of je bent het niet. M. en ik keuvelden over de tand des tijds die dus blijkbaar ook vat heeft op je idolen, met een schuin oog de verrichtingen van de ster in de gaten houdend. Even raakten we in vervoering toen hij op Can't you hear me knockin' van de Stones zijn bekende pose aannam en een stukje luchtgitaar speelde. 'Oeh', zeiden we. Maar we voelden toch meer vertedering dan bewondering.
Wat vind ik het toch altijd heerlijk om als de mysterieuze M. te figureren. Maarreeh... dit is precies zoals het was.
We hebben er goed aan gedaan om de man in peace te laten en ons (okee, mijn) oude groupie-gedrag te vermijden.
Maar bijzonder was het!