Een hond die een eend opjaagt het beest (misschien is het wel een gans) fladdert zich een uitweg ik zwier, onder elke voet vier wielen, jaag het asfalt onder me weg een bocht naar links, een bocht naar kijk, daar is de vogel weer ontsnapt, klaarblijkelijk met in haar kielzog een rij kleintjes parmantig waggelen ze naar de vijver mijn wielen houden halt voor een oog en blik dan geef ik mezelf de sporen een bocht naar rechts en nog een zo gaat het lekker dan, de tijd staat even stil, raakt mijn stuit de grond het asfalt kraakt sterren zwart en rood.
auw!