Zoals eerder verschenen bij de Subjectivisten. En een nabeschouwing.
Net als drie weken eerder The Dears was het nu de beurt aan The Arcade Fire om te worden verplaatst van de Oude Zaal naar The Max. En net als bij The Dears was het concert meer dan uitverkocht. Mijn gezelschap probeerde de jassen nog kwijt te raken bij de garderobe terwijl ik stond te dringen voor de bar, toen de zaallichten werden gedoofd en de band opkwam in een prachtig paarse gloed. Ik snelde bierloos naar de garderobe waar mijn vrienden nog steeds hun jas niet hadden kunnen afgeven. Pas aan het begin van het tweede nummer drongen we de zaal binnen, gingen direct de trap op om zo'n beetje recht achter de lichtman redelijk goed zicht te hebben. Met vijf mannen en twee vrouwen was het een drukte van belang op het podium. Een bebrommerhelmde man rende heen en weer, achterna gezeten door een wildeman die 'm met drumstokjes op z'n kop mepte. Het duurde even voordat ik - licht gestrest door onze vertraagde entree - in de gaten had wat er allemaal gebeurde. Voordat ik de sfeer te pakken had. Maar het sublieme geluid en de prachtige lichtshow zogen me al snel het universum van The Arcade Fire binnen. De band speelde weergaloos. Songs van Funeral en de titelloze ep wisselden elkaar af. Bandleden namen elkaars instrument over, rammelden met alles wat los en vast zat, misten geen noot en vertolkten de rijkelijk gearrangeerde songs met verve. Ze waren de muziek.
Tijdens My Heart Is An Apple dacht ik dat ik onwel zou worden. Het nummer - van de ep - was nieuw voor me en zo ont-zet-tend mooi dat ik wilde dat het nooit zou stoppen. Ik wilde dat het Arcade Fire-universum onze hele wereld zou omvatten. Zodat niemand eraan zou kunnen ontkomen en dit moment eeuwig zou duren. Maar nee, de band moest door. Het volgende nummer werd ingezet en nog een en weer een. My Heart Is An Apple mocht me dan in al zijn pracht overrompeld hebben, de andere nummers deden er nauwelijks voor onder. Het lichtspel was betoverend en de acts en poses van de band overtuigend. De discobollen bedolven de zaal onder hun lichtsplinters; het einde was in zicht. De toegift bracht me weer bij mezelf. Een grappige act met vlag, bril en bekken zette me neer, terug bij m'n vrienden. Ze lachten.
###
Dit stuk teruglezend, driekwart jaar later, staat het ver van me af. Logisch, het gevoel dat elke beleving met zich meebrengt - hoe intens ook - verwatert, slijt. Het heeft me trouwens altijd verbaasd dat ik The Arcade Fire goed vind. Het heeft toch iets artyfarty kunstacademie-achtigs waar ik doorgaans zwaar allergisch voor ben (Spinvis!). Van de week Funeral weer 'ns gedraaid (mijn nummer 1 van vorig jaar). Ik hoorde er andere dingen in dan voorheen. Nog steeds vind ik de muziek heel mooi, maar het sleept me minder mee. Ik kon er wat analytischer naar luisteren, vandaar dat ik er nu andere dingen in hoor. Maar toch, met alle schijn van artyfartyness, is het puur en stromend. De muziek is logisch, niet bedacht.
Ik heb The Arcade Fire dit jaar nog 'ns gezien, in Paradiso. De betovering was verbroken, daar had ik me ook op voorbereid. Zoiets maak je niet twee keer mee.